ECONOMISCHE BELASTINGTHEORIE 1
CODE 1601
OPLEIDING FISCALE ECONOMIE
ACADEMISCHE JAAR 1998-1999
OVERZICHTSCOLLEGE 4
13 OKTOBER 1998
DR J.G.A. (HANS) VAN MIERLO
1. Inleiding
1. Markt en Overheden zijn alternatieve institutionele arrangementen:
-markt: coördinatie van economische beslissingen door prijzen;
-overheid: coördinatie van economische beslissingen door budgetten.
2. Belangrijk onderscheid:
a. Op de markt zijn besluitvorming, consumptie en betaling in een en dezelfde hand gecombineerd: die van de consument!
b. In de publieke sector zijn deze drie onderdelen van elkaar gescheiden:
* beslissingen over publieke voorziening door gekozen politici: wie beslist?
* consumptie van publieke voorzieningen door beleidsconsumenten: wie heeft profijt?
* financiering van publieke voorzieningen door de belastingbetalers: wie betaalt?
c. deze splitsing is fataal: rationele kosten-baten berekeningen en individuele optimalisatie zijn niet mogelijk.2.
Vervolg inleiding
3. Tragedie van de Publieke Economie,
'Multiple Theory of the Public Household':
-allocatieve efficiëntie;
-verdelende rechtvaardigheid ('equity');
-evenwichtig groeipad van de economie.
4. Dilemma's:
-conflicterende beleidsdoelstellingen;
-de 'grote Uitruil' tussen Efficiëntie en 'Equity';
-problemen van de Maatschappelijke Welvaart sfunc tie (SWF);
-economische versus technische efficiëntie.3. Marktfalen and Overheidsingrijpen
1. In theorie leidt de markt tot een efficiënte allocatie van schaarse hulpbronnen:
-Model van Volledige en Volkomen Mededinging (VVM);
-Pareto-optimaliteit;
-Marginale Pareto-voorwaarden;
-Overall-voorwaarde.
2. Technische kenmerken van VVM-model en Theorie van Marktfalen:
-onvolledige informatie;
-onvolkomen concurrentie;
-kunstmatige monopolies;
-dalende kosten en schaalvoordelen;
-natuurlijke monopolies;
-beschikbaarheidsnut;
-externe effecten;
-zuiver collectieve goederen.
3. Consequentie:
inefficiëntie en suboptimale allocatie.
4. Vervolg Marktfalen en Overheidsingrijpen
4. Conclusie: startpunt voor overheidsingrijpen in het marktproces:
-correctie van de markt;
-aanvulling op de markt;
-vervanging van de markt.5. Economische Theorie van Collectieve Goederen
1. Twee technische kenmerken van goederen zijn relevant: uitsluitbaarheid en rivaliteit!
2. Combinatie van beide kenmerken in matrix leidt tot volgende TYPOLOGIE van goederen en diensten:
Uitsluitbaarheid van consumptie
Hoog Laag
Hoog 1. 2.
Individuele goederen 'Common pool resources'
Brood en Boter Water, Energie,
Natuur, Milieu
Rivaliteit in
consumptie
Laag 3. 4.
Club of Tolgoederen Collectieve goederen
Wegen, Bruggen, Defensie, dijken,
Zwembaden, Rechtsbescherming
Infrastructuur
6. Uitwerking
1. Caveats:
-ideaaltypisch onderscheid naar
technische kenmerken:
-geen directe consequenties voor
specifieke voorzieningen;
-geen directe beleidsconsequenties voor institutionele
arrangementen;
-individuele/collectieve goederen versus
private/publieke goederen.
2. Individueel/collectief verwijst naar technische
kenmerken;
Privaat/publieke verwijst naar voorzieningswijze!
3. Gemengde categorieën 2 and 3 veroorzaken grote analyse- en beleidsproblemen!7. Vervolg uitwerking
4. Categorie 2: 'COMMON POOL RESOURCES'
-hoge rivaliteit maar lage uitsluitbaarheid;
-gezamenlijk aanbod ('jointness of supply');
-zou vanuit economisch perspectief moeten worden geprijsd: MK > 0;
-kan vanuit technisch perspectief niet worden geprijsd;
-technologische ontwikkeling kan prijsprobleem in de toekomst oplossen (vergelijke elektronische tolheffing!).
5. Categorie 3: TOL- OF CLUBGOEDEREN
-lage rivaliteit maar hoge uitsluitbaarheid;
-ondeelbaarheid, constante kosten en
schaalvoordelen;
-kan vanuit technisch perspectief worden geprijsd;
-moet vanuit economisch perspectief niet worden geprijsd: MK = 0;
-andere financieringswijze? (belastingen);
-maar: problemen bij bereiken capaciteitsgrenzen;
-stijgende congestiekosten: MK > 0;.
-congestiekosten als aangrijpingspunt voor prijzen?
8. Overheidsfalen: het Public Choice-perspectief
1. Vraag: doet het de overheid het dan apriori,
automatisch en altijd beter dan de markt? Welnee!
2. Overheids is ook niet per definitie efficiënt:
overheidsfalen in de voorziening van publieke goederen!
3. Theorie van 'Overheidsfalen':
-overbodige en stijgende kosten (X-inefficiency);
-'interne effecten': ontwikkeling van interne stan daarden en eigen organisatiedoeleinden;
-afgeleide externe effecten van overheidsinterventie;
-ongelijke verdeling van machtsposities/privileges.
4. Gevolg:
-overheidsinterventie kan ook leiden tot inefficiënte allocatie van hulpbronnen!
-terug naar de markt?9. Alternatieve Arrangementen
1. Er is meer tussen over hemel en aarde, en tussen overheid en markt!
-geen tweedeling;
-geen bi-polaire tegenstelling;
-gemengde arrangementen!
2. Onderscheiden elementen van voorzieningswijzen:
-ARRANGEMENT: wie stelt ter beschikking?
-PRODUKTIE: wie doet de produktie?
-BETALING: wie betaalt de produktie?
-CONSUMPTIE: wie neemt consumptiebeslissing?
3. Verschillende vragen leiden tot verschillende
antwoorden in verschillende concrete gevallen:
er is geen unieke oplossing!
4. Deze analytische aanpak levert op:
-een complex en reëeltypisch kader;
-voor institutionele arrangementen;
-voor de voorziening van goederen en diensten.